Veel gezochte termen

Psychosenet blog

Auteur

Remke van Staveren

Remke van Staveren is psychiater. Ze werkt bij BuurtzorgT in Amsterdam, en is medeoprichter en consulent van de afbouwpoli van GGZ Noord-Holland-Noord. Ze schreef meerdere boeken, waaronder het boek Minder Slikken, een publieksboek over verantwoord afbouwen van psychofarmaca.

Herstelondersteunende taal gebruiken – 5 tips

Herstelondersteunende taal

U bent uitbehandeld’ zei de psychiater tegen Sanne. ‘En toen stuurde hij me ook nog eens naar de afdeling “langdurige zorg”.’ Het voelde als een mokerslag, vertelde ze me. Hoezo langdurige zorg? Ze was toch uitbehandeld? Ze begreep er helemaal niets van, voelde zich afgewezen. Alwéér.

Taal is zo ongelooflijk belangrijk, vooral in de zorg. Wat je zegt, hoe je het zegt, kan iemand maken of breken. Taal beïnvloedt ook ons denken. Ik durf te stellen dat we zorgvuldiger en respectvoller gaan rapporteren (en denken!), als onze patiënten eindelijk online toegang krijgen tot hun dossiers. Dat is nu al in de regio Utrecht mogelijk, met PsyNet.

De patiënt een zorgmijder? Welnee, hij is gewoon erg gesteld op zijn privacy en zelfstandigheid.

En daar heeft hij hoogstwaarschijnlijk een hele goede reden toe.

En wat dacht je van de patiënt met een ‘gebrek aan ziekte-inzicht’? Wat hier bedoeld wordt is dat zorgverlener en patiënt een verschillend inzicht hebben over wat er aan de hand is. De een ervaart zijn buitengewone ervaringen als paranormaal, de ander bestempelt ze als psychotisch. Wie heeft gelijk?
Een gebrek aan ziekte-inzicht van de kant van de patiënt is net zo goed een gebrek aan aansluitingsvermogen van de kant van de zorgverlener (met dank aan Tom van Wel voor dit inzicht, gedeeld in zijn blog Herstelondermijnende ggz taal)

Een andere klassieker is het woord ‘therapie ontrouw’. Laten we eerlijk zijn, maar ontrouw zijn voelt als een beschuldiging.

Tut tut tut, ben je nu alwéér die pillen vergeten in te nemen?
Vraag je vooral af waarom de patiënt het voorschrift niet opvolgt. Nogmaals: daar heeft hij hoogstwaarschijnlijk een hele goede reden toe. Misschien wegen de voordelen gewoon niet op tegen de nadelen, of sluit de behandeling sluit onvoldoende aan bij de wensen, de behoeften of het dagelijks leven van de patiënt.

Wat bedoelde de psychiater tegen Sanne te zeggen? Niet zij, maar hij was ‘uitbehandeld’. Hij had van alles geprobeerd, maar nu wist hij niet meer hoe hij Sanne verder kon helpen. Prima, dat kan, maar zeg dát dan! Stel je bescheiden op, wees eerlijk. En als je dan toch kan kiezen tussen herstelondermijnende en herstelondersteunende taal…

Herstelondersteunende taal, vijf tips:

  1. Wissel van perspectief: stel dat jij het bent, of dat het je moeder is die…
  2. Ga ervan uit dat de ander een goede reden heeft om te zeggen / te doen wat hij doet.
  3. Begin je zin positief, bijvoorbeeld met: ‘Wat goed dat u…dat vraagt / nu belt / op tijd uw afspraak afbelt…’
  4. Vervang het devaluerende tussenvoegsel ‘maar’ zoveel mogelijk met ‘en’ of een korte stilte.
  5. Schenk naast aandacht aan ‘wat niet’, ook aandacht aan ‘wat wél’.
Photo credits: Remke van Staveren

Reacties

11 reacties op “Herstelondersteunende taal gebruiken – 5 tips”

  1. Ir. Niels van Geem

    Op een reactie (Medisch contact) op de tv uitzending van Pointer van 19-4-2021 verwijt U dat Pointer geen onderscheid maakt tussen DSM V classificatie en een diagnose, Diagnosticeren is uw werk: Een citaat: “Hoe wordt de term diagnose gebruikt?
    Meer specifiek wordt het woord diagnose op het medische vlak gebruikt: door een diagnose wordt een ziekte geïdentificeerd vanuit optredende symptomen. De term diagnose is derhalve tegenwoordig doorgaans synoniem met de naam van de ziekte of aandoening waaraan iemand verondersteld wordt te lijden.” Een classificatie is het gevolg van een diagnose, een foute classificatie bestaat alleen in geval van een verkeerde diagnose. Psychiatrie is geen semantisch spelletje, met medisch vakjargon die alleen de “dokter” begrijpt. Daar mag ik nu al 35 jaar de wrange vruchten van plukken: in wezen is een foute diagnose een aanslag op je leven, geen woordspelletje.

  2. Miranda van den Broek

    Mooi stuk Femke.
    Ik weet er nog eentje:
    (gelukkig nog nooit van een hulpverlener gehoord, hoor)

    Het woord “verward” tav een persoon.

    waarbij men bedoelt dat men de persoon in kwestie niet begrijpt. Die is dus in feite “verwarrend” voor de toehoorder.

    1. Miranda van den Broek

      Sorry Remke en niet Femke (autocorrectie, ik weet je naam natuurlijk!)

    2. Ir. Niels van Geem

      De term verward persoon is een term die de politie gebruikt. Zij treffen frequent mensen aan die in verwarring zijn en hen hulp vragen. Bij verwarde personen gaat het om mensen ‘die de grip op hun leven (dreigen te) verliezen, waardoor het risico aanwezig is dat zij zichzelf of anderen schade berokkenen’. Het staat buiten kijf dat ieder verward persoon hulp nodig heeft. Door alle aandacht is helaas het beeld ontstaan dat ieder verwarde persoon een psychiatrische patiënt is. Bij verwarde personen gaat het voor een klein deel om mensen met psychische stoornissen.

      Bij verwarde personen gaat het veelal om kwetsbare mensen die te kampen hebben met verschillende aandoeningen en beperkingen op meerdere levensterreinen. Het zijn mensen met een medicijn- of middelengebruik, dementie, verslaving, schulden, dakloosheid of een verstoorde suikerspiegel. Soms zijn het mensen in de illegaliteit of met een verstandelijke beperking. Vaak treedt verward gedrag op in combinatie met verlies aan werk of huisvesting, schulden, of na een ingrijpende emotionele gebeurtenis.

      Vooroordelen
      Over psychische aandoeningen bestaan nog vele vooroordelen, misvattingen en misverstanden, ondanks dat het veel voorkomt. Een veel voorkomende stereotypering is dat mensen met een psychische aandoening gevaarlijk en onvoorspelbaar zouden zijn. In tegenstelling wat vaak gedacht wordt woont een groot deel van mensen met een psychische problemen zelfstandig, al dan niet met ondersteuning.

      Mensen met een psychische aandoening ondervinden niet alleen de gevolgen van de aandoening zelf, maar ook de afwijzende reacties van mensen in hun omgeving. Ze worden vaak niet begrepen, gemeden of uitgesloten. Veel mensen met een psychische aandoening ervaren dergelijke stigmatisering als een grote barrière bij maatschappelijke participatie en het is voor hen een dagelijkse bron van zorg. Stigmatisering bevordert werkloosheid, sociale angst, sociaal isolement, een geringe kwaliteit van leven, demoralisatie en een laag zelfbeeld.

      1. Alex van Veen

        Kwetsbare mensen of mensen in een kwetsbare positie?

  3. Karel Burgs

    Op een gegeven moment had ik trouwens steeds meer lak aan al die voor mijn gevoel opgelegde beperkingen. Qua werk kan ik het nog snappen maar toen ik de vierdaagse van Nijmegen wou gaan lopend en het daar over had was het ( goedbedoelde) advies: niet meer dan de 30 km. Ik heb gewoon de 4 keer 50 gelopen zonder teveel problemen. Dat ze nu toch eens eindelijk leren dat mensen die zich in de losers modus voelen zitten juist overwinningen op zichzelf nodig hebben om hun eigenwaarde en vertrouwen in hun lichaam en geestelijke kracht terug te krijgen! Alleen remmen als iemand echt onverstandige dingen gaat lopen doen, en juist iemand het geloof in zichzelf teruggeven als ie dat helemaal kwijt is. En dat gaat natuurlijk niet met allemaal verwarrende tegenstrijdige boodschappen bij mensen die dan zelf ook verward en tegenstrijdig in zichzelf zitten. En weerstand kwam bij mij ook omdat ik me helemaal niet begrepen voelde in mijn emotie en de indruk had dat die er ook niet mocht zijn. De behandelaars wisten blijkbaar wat ik voelde, ikzelf blijkbaar niet waardoor ik me ook nog eens diep ging schamen voor mijn pijn en wanhoop ( was blijkbaar aanstellerij). Dan ga je dus’ ondergronds’ om weer een beetje bij jezelf en thuis uit te komen en van daaruit weer te bouwen. Helaas soms meer vanuit wraakmotief( ik zal ze wel eens wat laten zien) dan vanuit een positievere innerlijke motivatie. Mijn sterke motivatie is nu nog: angst. Nooit wil ik daar meer terecht komen, ze kunnen je maken maar ook breken. Inderdaad is taal daarom erg belangrijk. Bij mij werkt het alleen als ik het gevoel heb de zaak te kunnen vertrouwen. De angst voor een nieuwe psychose zal altijd wel op de achtergrond aanwezig blijven en ook dat leeft niet lekker en vrij. Ook omdat zo vaak naar recepten werd gegrepen. Je denkt echt dat je altijd heel ziek en gehandicapt blijft. Zeker als er in een rapport over je zoiets staat als’ behandeling volgens protocol passend bij een chronisch gestabiliseerde psychiatrische patient’. Ik heb het idee dat ik door het oog van de naald ben gekropen en het is maar goed dat ik ondanks angst voor terugval helemaal gestopt ben met medicatie, meer uren ben gaan werken en een heleboel doelen en hobbies ben gaan uitproberen. En niet met mijn ouders ben gaan afrekenen ook al zal het er wel iets mee te maken hebben en gewoon bij mijn vriendin ben gebleven want daar probeerden ze me ook al subtiel bij weg te drijven want ze weten natuurlijk ook zeker dat je relatie niet deugt, want ze weten alles zekerder dan jij. Door al die goede bedoelingen ben ik eerst heel wat zieker en verwarder geworden. Dat had gevaarlijke consequenties ook voor de mensen om me heen kunnen hebben. Dat psychoserisico is lastig, iets om altijd rekening mee te houden bij stress en veranderingen in mijn leven en ze zullen heus allerhande niet kloppende en mindere zaken in mijn persoonlijkheid gezien hebben, dat geloof ik gelijk, maar ik ga me hier nooit meer door laten beïnvloeden. Zo’n extra geestelijke gevangenis kan niet anders dan weerstand en verzet opleveren. Zeker als de bejegening, in mijn subjectieve ogen althans, regelmatig nogal eens denigrerend aanvoelde. Maar dat zal dan wel weer aan mijn pathologische trots liggen. Heel makkelijk worden dingen teruggedraaid naar de pathologie van de client. Het lijkt me heel moeilijk bepaalbaar wanneer dat wel en wanneer dat niet het geval is. Maar ik ben dan ook maar een leek hè, en geen deskundige.

  4. Clara Koek-Michels

    Ja Remke, weer een schot in de roos, je blog. Raar eigenlijk dat als je eenmaal een DSM-classificatie te pakken hebt , redenen om niet te willen wat de hulpverlener heeft bedacht ,zo snel gebrek aan ziektebesef heet. Of eigenlijk gewoon hartstikke kortzichtig en arrogant.
    En gebrek aan goede manieren! Het is tijd voor betere manieren….en die zijn er gelukkig.

  5. Maurice Wasserman

    Geweldig. Ik heb me in fact als ervaringsdeskundige altijd verzet tegen het absurde vakjargon. Comorbide, decompenseren, vréselik!

    1. Ir. Niels van Geem

      Misschien helpt het als je de betekenis van “jargon” opzoekt in het woordenboek: onbeschaafde taal, dieventaal. Bargoens, brabbeltaal, koeterwaals, kromtaal. (vaktaal) In het woordenboek Van Dale uit 1884: QUATSCH.

  6. Karel Burgs

    Zelf vond ik het als patient altijd zo moeilijk om met de inconsequenties om te gaan die ik zo vaak voelde. Toen ik na een brief van uwv eerst enthousiast hoopte weer snel te kunnen werken zei de psychiater, goedbedoeld en misschien toen verstandig, nadrukkelijk nee. Maar hij bleef maar in een ‘ vervroegd pensioen’ verhaal hangen, ws beschermend bedoeld. Toen later de regels en inzichten mbt werk wat veranderden merkte ik aan zijn communicatie dat hij juist de hele andere richting op ging praten. Ik werk al weer jaren, maar wat ik fout vind is dat psychiaters aan de ene kant van hun deskundigheid uitgaan, en al dan niet terecht inschatten dat je dat dan zelf niet kan, maar aan de andere kant een ‘ zoals de wind waait, waait het jasje’ principe hanteren, de heersende mode van dat moment lijkt dan belangrijker en werkelijker dan wat de client hoopt te proberen. Als client ben je sowieso kwetsbaar dan en suggestibel. Dat laatste zal best handig zijn voor een behandeling maar dat kan ook enorm remmend werken, hoop en zelfvertrouwen ondermijnen. Perspectief wegnemen. Zeker als je als client het ook even niet meer weet, dan is de pillenslikkende aangepaste patientenrol met ontzag voor de psychiater weer snel, en in het slechtste geval blijvend, in beeld. Alle communicatie en interventies zullen best goed bedoeld zijn. Maar een client weet zelf toch nog wel iets over zichzelf na een leven vol ( werk) ervaring? Ikzelf vind het gevaarlijk als communicatie subtiel te sturend wordt, tenzij het uitgaat van een wederzijds helder concept. En van tegenspraak en gevoel van machtsverschil wordt ik zelf onzeker en eng van binnen, verward zelfs. Dan voel ik mijn innerlijke behoefte niet bereikt en dat is al moeilijk bij psychose klachten omdat je daar zelf dan ook nog niet heel goed bij kan waardoor je dus in eerste instantie maar weer van het ‘ deskundige’ oordeel van de dokter uitgaat. Want je kan het ook nog niet helemaal zelf. Het zal altijd lastig zijn, maar er moet toch echt lijn in zitten vind ik, en dat zit voor mij niet in alleen andermans( wisselende) protocol. Dan kan ik maar een conclusie trekken: ze weten het vaak helemaal niet maar presenteren zich naar je alsof dat wel zo is. En dat ga je zien op een gegeven moment in je verhaal.

  7. Tura Gerards

    Beste Remke,

    Wat een kort EN krachtig artikel!
    En heerlijk: “de psychiater is uitbehandeld”. 😀

    Je zegt ook: “Ik durf te stellen dat we zorgvuldiger en respectvoller gaan rapporteren (en denken!), als onze patiënten eindelijk online toegang krijgen tot hun dossiers.”

    Kun je daarover nog iets zeggen?
    Bedoel je dat patiënten dan de mogelijkheid hebben om te corrigeren? Of begrijp ik dat verkeerd?

    Met vriendelijke groet,
    Tura Gerards
    auteur van
    “EEN MENS BETER LATEN WORDEN DANKZIJ SUGGESTIEVE TAAL – (Boek 1) – Basisprincipes van respectvolle gesprekstactieken en taaltechnieken”
    ISBN: 97894021464642

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *